De onderwijsneuzen zijn een groep jonge, betrokken mensen die zichzelf en de onderwijswereld een lesje willen leren. Ze kennen elkaar vanuit het netwerk van de Nationale Denktank, maar zijn nu actief op verschillende plekken in het onderwijsveld.

Stop de controle, start met vertrouwen

Het uitdelen van de rapporten zorgde in mijn klas vroeger voor opwinding. Op de vrijdag vóór de vakantie gaf mijn juf of meester ons een dubbelgevouwen blad van luxe, lichtgeel karton. In de binnenkant stond in zwierige cijfers met vulpen genoteerd hoe ik het had gedaan. Het was ieder kwartaal een verrassing welke beoordeling je van je leraar zou krijgen en na afloop van de schooldag ging je snel naar huis om het rapport aan je ouders te laten zien. Tenzij de lijst met krullerige cijfers je niet beviel natuurlijk - dan had je altijd nog de mogelijkheid om het rapport onderweg naar huis ‘per ongeluk’ kwijt te raken.

Vandaag de dag is rapporten uitdelen lang zo spannend niet meer. De lijsten tonen weer - zeker op de middelbare school - wat online al lang bekend was. In de online cijferadministratie wordt per vak immers continu de voortgang bijgehouden. Op de meerderheid van de Nederlandse scholen wordt deze administratieve klus verricht door het programma Magister. Het programma heeft een prominente plaats veroverd binnen het dagelijks leven van de middelbare scholier. De Magisterapp stelt jongeren van alle belangrijke informatie op de hoogte: lesrooster, huiswerk, aanwezigheid en natuurlijk de cijfers. Lesuitval, nieuwe cijfers of een wijziging in het huiswerk worden per pushbericht naar de leerlingen verstuurd en je gemiddelde cijfer per vak kun je op elk willekeurig moment van de dag bekijken.  

Iets meer dan tien jaar geleden was je schoolagenda de papieren kluis waarin je deze informatie bewaarde. Naast natuurlijk de tekeningen die je maakte, of de ‘chatberichten’ die je naar elkaar schreef als je je in de les verveelde. Je agenda was een belangrijk onderdeel van je imago en werd in de zomervakantie dan ook met zorg uitgekozen. De agenda was bijna als een dagboek en bij onze ouders was bekend dat het een grove inbreuk op onze privacy was om in die agenda te koekeloeren. Dat betekende dat informatie over cijfers, lesrooster en huiswerk voor onze ouders niet vrij toegankelijk was. Er was een poortwachter: dat waren wij, als leerlingen.

Geruisloos heeft het ouderfront de afgelopen jaren deze poortwachters weten te omzeilen en ouders hebben steeds meer informatie direct tot hun beschikking. Magister heeft een aparte ouderwebsite, waarop ouders kunnen ‘meekijken’ - zoals dat zo onschuldig heet. Cijfers, huiswerk en lesrooster zijn voor de Nederlandse ouder direct online te raadplegen.

Dat levert interessante situaties op. Leerlingen die aan mij vragen of ik de cijfers nog niet online wil zetten, omdat ze niet willen dat hun ouders al weten dat ze die week niet één, maar twee onvoldoendes behaald hebben. Of ouders die mij mailen, omdat ze de beschrijving van de inleveropdracht voor die week niet helemaal helder vinden. Of ouders die in een mentorgesprek tegen mij klagen dat de collega van Frans de cijfers niet snel genoeg publiceert.

We kunnen deze ouders afdoen als bemoeizuchtige types die hun kinderen wat meer met rust zouden moeten laten, maar dat is te gemakkelijk. Het legt een fundamenteler probleem bloot. De toegankelijkheid van informatie via Magister geeft ouders weliswaar controle, maar verzwakt ook de vertrouwensband tussen ouder en kind. Wanneer - zoals vroeger - ouders voor informatie voornamelijk afhankelijk zijn van hun kind, vindt noodzakelijkerwijs een gesprek plaats. Dat verloopt natuurlijk soms moeizaam, want pubers staan er niet om bekend uitgebreid verslag te doen van hun schooldagen. Het vraagt daarom van ouders om op te letten, om aandacht te besteden aan wat er gaande is. “Vandaag had je toch Franse les? Hoe ging het met die spreekopdracht?” Niet vanuit controle, maar vanuit aandacht en interesse.

De toegankelijkheid van informatie via Magister geeft ouders weliswaar controle, maar verzwakt ook de vertrouwensband tussen ouder en kind.

Natuurlijk vertelt een kind niet alles. Ik herinner me proefwerkblaadjes die op wonderbaarlijke wijze verdwenen op weg naar huis, of slechte cijfers die ik verzweeg, totdat ik de informatie kon combineren met een opdracht waarvoor ik een mooie beoordeling had gekregen. Als pubers waren we ten opzichte van onze ouders getrainde spindoctors. Maar voor de oplettende ouder lag in deze persstrategie een schat aan informatie. De beste gesprekken ontstaan wanneer een ouder begripvol vraagt: “Waarom had je ons nog niet verteld dat het bij wiskunde wat minder lekker gaat?”

En juist dit gesprek tussen ouder en kind staat onder druk. In een artikel in The Atlantic over intergenerationeel onderzoek over de vrijetijdsbesteding van jongeren, observeert de auteur dat ondanks dat jongeren vandaag de dag méér tijd thuis spenderen - op hun telefoon, welteverstaan -, dit niet betekent dat ze ook een hechtere band met hun ouders hebben. Integendeel: veelal vormt de telefoon een letterlijk en figuurlijk scherm tussen het kind en de ouders, waardoor direct contact maken steeds lastiger wordt.

Voor veel ouders is een overzicht in Magister vervolgens een welkom middel. Ze zijn betrokken en willen graag weten hoe zoonlief op school presteert, of zien of hun dochter op woensdagmiddag daadwerkelijk de laatste uren vrij heeft. Wanneer praten lastig is, kan achtergrondinformatie over het leven van de puber handig zijn. Zo hoor ik vaak van leerlingen dat ouders vragen stellen op basis van wat ze in Magister gezien hebben. Ondanks goede intenties, erodeert hierdoor het echte contact dat nodig is om een vertrouwensband op te bouwen. Het gesprek begint immers in de kern vanuit controle.

Ook leerlingen passen hun gedrag aan door de Magistertoegang die hun ouders hebben. In menig mentorgesprek met leerling en ouders, heb ik leerlingen hun ouders naar Magister horen verwijzen. Wanneer een ouder informeert, “ja, maar, hoe gingen die laatste proefwerken dan voor economie?”, volgt een veelgebruikte afleidingsmanoeuvre: “weet ik niet, hoor, mam, kijk maar op mijn Magister.” Opnieuw wordt het echte gesprek uit de weg gegaan. Het Magisterportaal fungeert als mediator tussen ouder en kind.

De Magistergegevens beïnvloeden niet alleen de band tussen ouder en kind - zij vormen ook een potentieel gevaar voor de kansengelijkheid in ons land.

Op het maatschappelijk niveau maken we ons steeds meer zorgen over de toenemende macht van overheden en bedrijven die onze data beheren. We schrikken van een land als China waar op basis van die data puntensystemen worden opgezet die je kwaliteit als burger aangeven en vervolgens je kans op een baan of huis bepalen. Wat we vergeten is dat we in het veilige Nederland over veel meer data per persoon beschikken en geen totalitaire overheid nodig hebben om de dictatuur van de data in gang te zetten.

Het begint klein. Een simpele knop in Magister met ‘publiceer online’ bijvoorbeeld. Je cijfers en presentie in een net overzicht toegankelijk gemaakt voor geïnteresseerde vervolgopleidingen. Werkgevers zullen die informatie vervolgens ook best relevant vinden en er bij sollicitaties naar vragen. Hoewel je in het begin vrijwillig informatie deelt, wordt het vanzelf een sociale verplichting naarmate steeds meer oud-scholieren hun gegevens delen. Je wilt immers je kansen bij een sollicitatie niet verkleinen. Zo’n ontwikkeling lijkt onschuldig - zeker in het tijdperk waarin jongeren steeds meer van hun persoonlijke leven online delen -, maar is desastreus voor de toekomstige kansen van leerlingen die op de middelbare school misschien niet de beste cijfers scoren.

Je middelbareschooltijd is de eerste periode waarin je het kind-zijn verlaat en langzaam aan de volwassenwording begint. Nieuw daarbij is dat er geen gezag meer is dat alles van jou weet. Juist het feit dat jouw complete leven alleen voor jou bekend is, en dat jij kiest hoe en wanneer en met wie je dit deelt - daar ontstaat de volwassen verantwoordelijkheid. Hoe kunnen jongeren leren wat je openstellen is, hoe je kwetsbaar bent, als ze nooit de kans gekregen hebben om open te zijn richting hun ouders? Het ouderlijk gezag is immers overal al van op de hoogte via het alziend oog van Magister.

We moeten het recht op dit geheime, persoonlijke domein verdedigen. En dat begint bij onze kinderen. Scholen moeten een omgeving bieden waarin je kan vallen en opstaan, volwassen kan worden, zonder dat dit leerproces vervolgens voor iedere toekomstige werkgever zichtbaar is. Laten we daarom Magister afschaffen. Geen app, geen cijferoverzicht, geen absentenadministratie meer. Opdat we weer met elkaar gaan spreken. Docenten over de werkelijke voortgang van hun leerlingen, in plaats van over hun gemiddelde op twee decimalen. En ouders met hun kinderen. Over hoe het gaat, hoe ze zich voelen.

En als ouders dan een keer een verfrommeld proefwerkblaadje vinden, laat dit dan aanleiding zijn voor een echt gesprek. Niet over het cijfer bovenaan het blaadje, maar over de band tussen ouder en kind. Daar hebben we geen Magister voor nodig.


Leren door te doen!

Schilderen in het donker