De onderwijsneuzen zijn een groep jonge, betrokken mensen die zichzelf en de onderwijswereld een lesje willen leren. Ze kennen elkaar vanuit het netwerk van de Nationale Denktank, maar zijn nu actief op verschillende plekken in het onderwijsveld.

Schilderen in het donker

Van steeds meer docenten wordt verwacht dat ze zelf het onderwijs ontwikkelen. Scholen krijgen met de lump sum een zak geld die ze naar eigen inzicht mogen besteden. De fundamentele aanname is dat scholen zelf het beste weten hoe ze dat geld uit moeten geven. Deze beleidstheorie werkt op papier fantastisch. Maar in de praktijk verwachten we van docenten dat ze ondernemend zijn, zonder ze inzicht in budgetten te geven. Dat is hetzelfde als een schilder in een ruimte zonder licht aan het werk zetten, betoogt Bram Eidhof.  

De Algemene Rekenkamer publiceerde vorig jaar een vernietigend rapport over financiële verantwoording in het onderwijs. We weten niet of nauwelijks waar de € 27,8 miljard euro die we jaarlijks via de lump sum aan het onderwijs uitgeven, terechtkomt. Laat staan welke resultaten of effecten er mee worden bereikt. Zo tasten politici in het duister of hun beleid zoden aan de dijk zet. Maar minstens zo problematisch is dat docenten zélf geen zicht hebben op de budgetten in hun eigen school.

De docenten waar ik mee heb samengewerkt herkennen het allemaal. Je hebt een goed idee om het onderwijs te verbeteren. Stel, je wil de werkdruk verlagen door een deel van het nakijkwerk te automatiseren. Daar is software voor. Je hebt ook al uitgezocht hoeveel tijd dit op jaarbasis kan besparen voor jezelf en je collega’s – maar liefst 3400 uur per jaar! Stiekem droom je al over wat je allemaal in de tijd kan doen, met de leerlingen of met elkaar.

En dan word je wakker. Dit gaat natuurlijk nooit lukken. Want op school lijkt er aan geld altijd een gebrek te zijn. Er gaan wel eens geruchten over de reserve van € 1,5 miljoen die ligt te verstoffen, maar misschien is die wel nodig om tegenvallers op te vangen. Toch ben je niet voor een gat te vangen. Je krijgt de jaarrekening met enige moeite boven water. Die rept slechts in algemene termen over personeelslasten, en afschrijvingen, en gebruikt verder vooral termen die gemaakt zijn om de geïnteresseerde lezer te ontmoedigen, zoals solvabiliteitsratio en kapitalisatiefactor.

Zonder boter kun je geen vis bakken. Dat geldt ook voor onderwijsinnovatie

Liggen al die bestedingen voor komende jaren vast, of kunnen de budgetten ook op een andere manier gebruiken?  Vijf documenten en drie gesprekken later ben je nog geen steek verder. En de toetsen komen er ook weer aan. Dat wordt voorlopig toch maar weer handmatig nakijken.

Boter bij de vis

Zonder boter kun je geen vis bakken. Dat geldt ook onderwijsinnovatie. Die komt nu nog veel te vaak van buitenaf, via adviesbureaus of onderwijsgoeroes. Logisch dat steeds meer docenten en schoolleiders zelf willen innoveren, om de werkdruk te verlagen of de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Dat gaat alleen vliegen wanneer je als docent snel en eenvoudig inzichtelijk krijgt in wat er financieel mogelijk is. Binnen een schooljaar, en ook voor het schooljaar erna.

Daarnaast is er nog iets nodig. Inzicht in wat  dingen kosten. Een onderwijsprijslijst - met daarop wat een digibord, een training, of een docent gemiddeld per uur kost. En welk budget er per leerling beschikbaar is. Pas met inzicht in de budgetruimte én een prijslijst kun je als docent echt aan de slag. Dan kun je korte voorstellen schrijven die níet eenvoudig terzijde te schuiven zijn.

Laten we samen alvast aan de slag gaan met de eerste stap: een prijslijst maken. Een prijslijst waarmee je snel de financiële onderbouwing van je voorstel kan schrijven – wat kost het? En wat levert het op? Want met die voorstellen overtuigen we schoolleiders en schoolbestuurders om de budgetruimte inzichtelijk te maken.

Laten we samen alvast aan de slag gaan met de eerste stap: een prijslijst maken.

Daarom heb ik alvast een eerste reeks prijzen op een rij gezet, met bronvermelding. Heb je toevoegingen? Zet ze dan in de comments.

De onderwijsprijslijst

Wat zijn de kosten?
Beschrijving Kosten
Kosten schooluitval (zonder startkwalificatie) € 10.000 per leerling
Kinderopvang € 60 per dag per kind
Uurtarief docent € 40 - € 80 per uur
Uurtarief klassen- of onderwijsassistent PO € 14 - € 18 per uur
Meerkosten rugzakleerling € 6.000 – € 18.000 per leerling
Gemiddelde meerkosten speciaal onderwijs € 14.000 per leerling
Directe kosten zittenblijven € 500 miljoen in totaal
Indirecte kosten zittenblijven € 900 miljoen in totaal
:
Welk budget is beschikbaar?
Beschrijving Budget
OCW budget beschikbaar in PO € 6.600 per leerling
OCW budget beschikbaar in VO € 8.411 per leerling
OCW budget beschikbaar in MBO € 8.200 per student
:

Algemene bronnen:

Neem zelf eens een kijkje, bijvoorbeeld in de jaarrekening 2016 van de zelfstandige gymnasia Amsterdam.

Algemene Rekenkamer rapport over verantwoording in het onderwijs

Bronnen prijslijst:

Kosten zittenblijven (ca. 6500 per leerling)

Cao Primair Onderwijs

Stop de controle, start met vertrouwen