De onderwijsneuzen zijn een groep jonge, betrokken mensen die zichzelf en de onderwijswereld een lesje willen leren. Ze kennen elkaar vanuit het netwerk van de Nationale Denktank, maar zijn nu actief op verschillende plekken in het onderwijsveld.

Leren door te doen!

Begin dit jaar was ik op zoek naar een huis in Amsterdam. In plaats van meerdere websites zelf bij te houden, vond ik het efficiënter om een stukje code te schrijven die dat voor me doet. En in plaats van dat stukje code zelf te schrijven, besloot ik  dit met een groepje studenten te doen. Drie middagen en heel wat pizza’s later hadden we een webscraper geprogrammeerd en in dat proces deden  de studenten nieuwe kennis op om een concreet probleem te kunnen oplossen. Ik had zelf ook niet alle antwoorden en heb  veel van mijn studenten geleerd.

Binnen hogescholen vind ik dat dit de kern van het onderwijsmodel moet zijn: studenten en docenten die samen leren aan de hand van concrete problemen in de praktijk. Ze werken toe naar concrete eindproducten en vangen de kennis op die in dat proces ontwikkeld wordt om zo het curriculum up to date te houden.

Het onderwijsmodel zoals we dat nu kennen is niet toekomstbestendig en loopt vaak achter de feiten aan. De ontwikkelingen in de industrie gaan hard en tegen de tijd dat het curriculum van een opleiding aangepast is op deze nieuwe ontwikkelingen, is de industrie weer een paar jaar verder. In feite worden studenten nu opgeleid voor de wereld van gisteren. De Hogeschool van Amsterdam, waar ik zelf werk heeft als slogan “Creating tomorrow”. Volgens het huidig onderwijsmodel zou de slogan “reconstructing the past” moeten zijn.

Vooral voor het beroepsonderwijs is het van groot belang dat de studenten klaargestoomd worden voor de arbeidsmarkt van de toekomst. En met huidig onderwijsmodel gebeurt dat in een beperkte mate.

In feite worden studenten nu opgeleid voor de wereld van gisteren

In het huidig onderwijsmodel wordt eerst de theorie behandeld en wordt daarna pas gekeken naar de toepassing. Kennisoverdracht is eenrichtingsverkeer: van docent naar student. Men gaat ervan uit dat de kennis van docenten altijd up to date is. Een onjuiste aanname, vooral in sectoren zoals Big Data waar de ontwikkelingen heel hard gaan. Naast de snelle ontwikkelingen die het bijna onmogelijk maken voor docenten om hun kennis bij  te houden, zijn ze veel tijd kwijt aan hun normale dagelijkse werkzaamheden, waardoor er weinig tijd overblijft om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen.

Er zijn veel theorieën over hoe we het onderwijs toekomstbestendig kunnen maken. Waar ik zelf in geloof is een model waarbij curricula ingericht zijn rondom concrete vraagstukken die relevant zijn voor de industrie en maatschappij. In dit model werken studenten en docenten in teams en leren ze van elkaar. Leren en doceren vindt tegelijkertijd plaats in een output-gedreven leerproces. Aan het eind staan concrete eindproducten of concepten die relevant zijn voor een specifiek persoon of doelgroep.

In dit leerproces wordt ook nieuwe kennis ontwikkeld. Door deze kennis vast te leggen en toegankelijk te maken voor andere studenten en docenten wordt het curriculum continu ontwikkeld.

Het implementeren van deze werkwijze is niet vanzelfsprekend. Scholen willen kennis en vaardigheden van studenten kunnen toetsen. Een standaard curriculum dat eens in de zoveel jaar verandert, is daar geschikt voor maar is niet per se goed voor de ontwikkeling van studenten. Als de studenten hun opleiding hebben afgerond, hoeven ze geen kennis te reproduceren, maar worden ze geconfronteerd met concrete problemen die opgelost moeten worden.

Dit proces is niet geschikt voor alle jaarlagen. In het eerste jaar bijvoorbeeld moet de nadruk liggen op het verwerven van kennis en vaardigheden die essentieel zijn. Om een webscraper te kunnen programmeren bijvoorbeeld, moet je enigszins verstand hebben van programmeren.

In mijn werk als docent en onderzoeker bij het Urban Analytics team van de Hogeschool van Amsterdam proberen we deze werkwijze te hanteren. We beginnen met een concreet probleem en gaan op zoek naar oplossingen. Wekelijks komt het team van studenten, senior onderzoekers en docenten bij elkaar om de voortgang te bespreken en om onze Epic Shit List, een lijst met gave dingen die we voor elkaar hebben gekregen, bij te werken. Eens in de maand hebben we een demo-dag waarbij een van de onderzoekers een uitgebreide workshop geeft aan de hand van wat hij/zij heeft geleerd. De demo-dag is een stokje achter de deur om kennis vast te leggen op een toegankelijk manier.

Inmiddels heb ik een nieuw huis gevonden in Amsterdam en nu ben ik opzoek naar een concreet probleem om samen met studenten aan te pakken. Als je een idee hebt, let us know!

De blinde vlek van bètaprofielen

Stop de controle, start met vertrouwen